Nederland, o Nederland

 

Ooit was ik blij, dat ik in Nederland was geboren. Nederland was toch wel het fijnste land dat er was. Nederland was de nette wijk in een verloederde stad, het veilige park in een gevaarlijke jungle. Hier heersten recht en eerlijkheid, hier waren de mensen fatsoenlijk, en de instanties betrouwbaar.

 

Wat is er toch gebeurd, en wanneer?

Onze dienende, zorgzame, maar ook altijd al wat zuinige overheid is ergens veranderd in een cynische, wantrouwige regelgever, die ten strijde trekt tegen wat ze ziet als een claimcultuur, en die geen hoger ideaal kent dan een begrotingsoverschot.

 

Terwijl onze regering zichzelf probeert te ontzorgen door iedereen aan te sporen zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen, toont ons volk zich steeds onverantwoordelijker. Van de wieg tot het graf willen we vermaakt worden: een kinderdagverblijf is een spannende plek geworden waar allemaal leuke dingen worden georganiseerd, naar school gaan draait vooral om je vrienden zien, inkopen doen moet een beleving zijn, en de hoogtijdagen van het jaar staan op de festivalkalender. En als we dan even genoeg hebben van al dat genieten, is het zo heerlijk om even te kunnen zwelgen in collectief verdriet als er een beroemdheid of een kind wordt  vermoord. Om ons daarna weer te verheugen op de komende wedstrijd van Oranje.

 

Onze overheid staat met de rug naar het volk toe, en het volk staat met de rug naar de wereld toe. De overheid is bezig met haar financiële winst- en verliesrekening, het volk met zijn emotionele winst- en verliesrekening.
Wat een vreselijk land is dit geworden.

 

Terug